* Pasen
Kijk de paashaas is gekomen
heeft een paasei geel en blauw
en nu rent hij langs de struiken
brengt misschien dat ei bij jou
*
Rode (noem een kleur) stippen op een ei
met een mooie strik erbij
heb een ei voor jou en een ei voor mij
welke kleur kies jij?
*
Zag twee hazen vlak voor pasen
Zitten in een weiland
met een mandje vol met eitjes
druk aan t verven met z'n beidjes
Kleurtje hier kleurtje daar
Nu zijn alle eitjes klaar.
Lente:
Nu is het lente de winter voorbij
dansen de lammetjes feest in de wei
nu is het lente het voorjaar begint
en alle beesten verwachten een kind
schaap krijgt een lammetje beh beh
koe krijgt een kalfje boe boe
paard krijgt een veulentje hi hi
kip krijgt een kuikentje piep piep
Nu is het lente de winter voorbij
dansen de lammetjes feest in de wei
nu is het lente het voorjaar begint
en alle beesten verwachten een kind
*
Schaapje schaapje heb je witte wol
ja baas ja baas 2 zakken vol
een voor de meester en
een voor de vrouw
een voor het kindje
dat bibbert van de kou.
*
Twee kleine eendjes met rode teentjes
zochten naar hun moeder op de waterplas
van je ras ras ras op de waterplas
Niemand kon hun zeggen waar hun mammie was.